De koning van Leeuwarden

Mindert Hepkema werd in 1881 geboren in Nijehaske en had sinds 1905 een eigen advocatenpraktijk in Leeuwarden. Mindert maakte naam door zijn werk en zijn vele maatschappelijke activiteiten in Friesland. Sport maakte een belangrijk onderdeel uit van zijn leven. Hij speelde decennia lang in het eerste elftal van de Leeuwarder voetbalclub Frisia. Hij nam daarnaast in zijn jeugd geregeld deel aan wielerwedstrijden in de omgeving van Heerenveen. Tennis, zeilen, zwemmen, kanoën en hockey waren sporten die Mindert tot aan zijn vijftigste actief zou beoefenen.

Mindert Hepkema slaagde erin om de Elfstedenvereniging op te richten door snel en slagvaardig te werk te gaan, terwijl er bij de Friesche IJsbond discussie ontstond na de eerste Elfstedentocht in 1909 over de toekomst van de Elfstedentocht, had Mindert de nieuwe organisatie, de Elfstedenvereniging al in de steigers gezet.

Mindert Hepkema kreeg in De Kanon fan de Fryske Skiednis een opvallend kleine rol toebedeeld. Heel anders dan bij sportpionier Pim Mulier het geval was, verdween de naam van Mindert Hepkema in de vergetelheid na zijn overlijden in 1947. Na de bezetting werd hij beschuldigd van collaboratie. Het werd hem door verzetskringen zwaar aangerekend dat hij tijdens de Duitse bezetting zijn krantenbedrijf niet had stopgezet.

De betekenis van Mindert Hepkema lag op een veel groter terrein dan dat van de organisatie van de Elfstedentocht. Mindert was de tweede zoon van Jacob Hepkema (1845-1919). In 1876 was zijn vader in Heerenveen begonnen met de uitgave van Het Nieuw Advertentieblad, in de volksmond al snel ‘De Hepkema’ genoemd, een advertentiekrant die uitgroeide tot een grote regionale krant in Friesland, het Nieuwsblad van Friesland. In 1907 kwam daar nog een krant bij, het Leeuwarder Nieuwsblad.

Het krantenbedrijf legde de familie Hepkema geen windeieren. Aan het begin van de twintigste eeuw behoorde de familie tot de top van een nieuwe klasse in Friesland die bestond uit ondernemers die optimaal hadden geprofiteerd van de kansen die de industrialisatie bood. Het gaf Mindert de mogelijkheid om een zeer exclusief leven te leiden. Na het overlijden van zijn broer Tjebbo Hepkema in 1929, moest hij noodgedwongen de leiding van de uitgeverij overnemen en dat combineren met zijn advocatenpraktijk.

‘De Koning van Leeuwarden’, Mindert Hepkema, behoorde in het Interbellum tot de meest invloedrijke personen van Leeuwarden. Hij was naast zijn werk als advocaat bestuurslid van de Elfstedenvereniging, De Spaarkas, de ANWB-afdeling Friesland, de Oldehove, het zwembad De Grote Wielen en de woningbouwvereniging Leeuwarden. In 1935 was hij de drijvende kracht achter de grote festiviteiten rondom het 500-jarig bestaan van de stad Leeuwarden.

Mindert Hepkema was pragmatisch ingesteld en zeer slagvaardig. Als bestuurder en organisator kon hij in korte tijd veel zaken voor elkaar krijgen. In het succes van de eerste Elfstedentochten had Mindert een groot aandeel.

Hepkema peinsde er tijdens de bezetting niet over om het uitgeven van het Nieuwsblad van Friesland stop te zetten nadat de Duitsers eisen aan de inhoud van de krant hadden gesteld. Na de oorlog beriep hij zich erop dat hij door de uitgave van zijn krant een deel van zijn medewerkers uit de Arbeitseinsatz had weten te houden, en dat de lezers dat wel tussen de regels hadden gelezen bij de pro-Duitse stukken in de krant. Van die argumenten van Mindert moesten de oud-verzetskringen na de oorlog niets hebben.

Vooral bij de leden van verzetsgroep Je Maintiendrai moest Mindert het ontgelden. Zij beschuldigden hem van collaboratiepraktijken. Direct na de bevrijding mocht het Nieuwsblad van Friesland niet meer verschijnen. Mindert moest met lede ogen aanzien dat op de persen van de familiedrukkerij de Heerenveense Koerier werd gedrukt. De verzetskrant nam direct na de bevrijding de plaats in van het Nieuwsblad van Friesland. In Leeuwarden keerde Hepkema’s Leeuwarder Nieuwsblad niet terug.

Hepkema had tijdens de bezetting noodgedwongen samen met de Leeuwarder Courant meegewerkt aan de uitgave van een fusiekrant, de pro-Duitse Friese Courant. De raad voor perszuivering eiste tegen Mindert in eerste instantie een ontzegging van achttien jaar voor een functie in de perswereld.

Hoewel Mindert zelf onder vuur lag, bleek dat geen beletsel om als advocaat de verdediging te voeren in zestien zaken betreffende Friezen die waren beschuldigd van collaboratie.

De bizarre nasleep van de Elfstedentocht in het voorjaar van 1947 is ook exemplarisch voor de tragisch verlopen laatste maanden in het leven van Mindert Hepkema.

Op 30 juli 1947 overleed Mindert op 65-jarige leeftijd. De rechter vond het in 1948 ongepast, ondanks aandringen van de verdediging, om postuum een uitspraak te doen over de zaak Hepkema. Voor de nabestaanden van Mindert Hepkema brak een moeilijke tijd aan. Het Nieuwsblad van Friesland kreeg in 1947 de mogelijkheid een doorstart te maken. In de drukkerij van Hepkema ontstond een haast onmogelijke situatie omdat in hetzelfde gebouw, met grotendeels dezelfde medewerkers, twee concurrerende kranten moesten worden gemaakt.

In 1953 viel het doek voor het Nieuwsblad van Friesland. Onder aanvoering van de zoon van Mindert, Jaap Hepkema, ontstond er tussen de familie Hepkema en Je Maintiendrai een slepend juridisch steekspel over de kosten die beide partijen aan elkaar waren verschuldigd voor het drukken van de krant tussen 1945 en 1947. Die strijd verliep via een groot aantal gerechtelijke uitspraken en duurde maar liefst tot in de jaren tachtig.

Dit boek beoogt een reconstructie te geven van het leven van Mindert Hepkema op basis van bronnenonderzoek in het archief van de familie Hepkema, en door
literatuurstudie. In deze casestudy ligt er een belangrijk accent op de periode 1945-1947, de periode waarin de naoorlogse zuivering en de Bijzondere Rechtspleging een belangrijke rol speelt.

ISBN: 9789082205244